Nieuws
Pijntjes & Blessures
Wanneer ga ik wel trainen en wanneer niet?
We hebben allemaal wel eens ergens last van, maar wat doe je ermee? Blijf je thuis? Train je er mee door? Ga je naar de huisarts of zelfs het ziekenhuis? Of bel je jouw fysio?
In dit artikel zullen twee meetinstrumenten worden uitgelegd waarmee je kunt oordelen wat je het best kunt doen met pijntjes. Dus als je schouder weer een keer zeurt of als je kniepees zeurt, kan je deze instrumenten gebruiken om te beoordelen wat je hiermee moet.
1. De Pijnschaal (VAS)
Ten eerste kun je een Visual Analog Scale (VAS) voor pijn gebruiken. Bij dit instrument beoordeel je zelf de intensiteit van je pijn. Je kunt het instrument zelf maken door een lijntje te trekken van 10 centimeter lang wat loopt van nul (geen pijn) tot en met tien (ondragelijke pijn). Je kunt daarna zelf een kruisje zetten op dit instrument om de intensiteit van je pijn in te schatten.
Een VAS score tot 3 betekent dat het qua pijn wel gaat voor de sporter. Vanaf een VAS score van 4 wordt de pijn ervaren als storend, vanaf deze score moet je je gaan aanpassen tijdens het sporten.
2. Blessuregraad
De blessuregraad herken je aan het volgende schema dat is afgeleid van peesblessures (Alfredson & Cook, 2007). Dit instrument neemt niet alleen mee hoe erg de pijn is, maar neemt ook in het bijzonder mee hoelang het duurt totdat de klachten zijn hersteld. De blessuregraad kan een score aannemen tussen de nul en vier en wordt hieronder beschreven:
0 - Geen pijn, geen probleem.
1 - Tijdens training/wedstrijd lichte pijn (VAS 3). Deze trekt na de sportactiviteit weer weg. Meld dit zo snel mogelijk bij je trainer of coach.
2 - Tijdens en dag na de training/wedstrijd heb je pijn tot VAS 3. Overleg dit met je (fysio)arts. Pas je trainingen hierop aan.
3 – Afnemende en oplaaiende pijn tot aan de volgende training/wedstrijd. Stop volledig met je sportactiviteiten.
4 - Constante hoge pijn. Stop volledig met je sportactiviteiten.
Met de blessuregraad kun je de ernst van je blessure uitzoeken terwijl je bij pijnklachten naar de pijnschaal kan verwijzen. Zo kan je de overbelastingblessure op twee manieren meten.
Hieronder wordt een kort voorbeeld gegeven hoe de twee meetinstrumenten kunnen worden toegepast:
Adriaantje heeft pijn tijdens het sporten en geeft deze pijn een VAS score van 3 op de pijnschaal, maar de pijn is na het sporten wel gelijk weer weg. Bij dagelijkse activiteiten heeft hij geen pijnklachten. De ernst van de blessure geven we daarom een 1 op de blessuregraad, met een bijbehorende VAS score van 3 tijdens het sporten. Adriaantje meldt zich bij de trainer, maar kan wel blijven trainen/spelen.
Adriaantje merkt later na het sporten dat de dezelfde pijn nog steeds aanwezig is. De VAS score van 3 blijft dus gelijk, maar omdat de pijn langer blijft gaat de blessuregraad omhoog van 1 naar 2. In dit soort gevallen kun je het beste je training aanpassen. Dit betekent bijvoorbeeld dat je iets minder moet gaan springen, stopt met aanvallen en niet gaat sprinten tijdens de sportactiviteit.
Adriaantje merkt de dagen hierop op dat de pijn nog steeds niet weg is en zit in dubio of hij wel moet gaan sporten. Dit betekent dat de blessuregraad is verhoogd naar 3. In dit soort gevallen is het slim om even langs te komen bij je fysiotherapeut voor overleg en een mogelijke behandeling.
Voor een sporter noemen we twee belangrijke argumenten om NIET te sporten:
- Kans op meer schade.
- Meer met de klachten/pijn bezig zijn dan met de wedstrijd.
Bij acute blessures is dit een ander verhaal. Ga je bijvoorbeeld door je enkel of krijg je ineens een pijnscheut en gaat deze niet zomaar weg? Stop dan onmiddellijk met trainen. In het volgende artikel zal worden uitgelegd wat je moet doen bij acute blessures. Voor nu, bij acute blessures, ga even bij je fysio langs!
Ik hoop dat jullie weer wat wijzer zijn geworden en bij twijfel moet je ons vooral bellen!
Groetjes,
Marsha Westerhof, Fysiotherapiepraktijk Medisupport
050 – 318 21 64 / www.medisupport.nl
Reacties
Log in om de reacties te lezen en te plaatsen